donderdag 12 juni 2014

Start kern 11

In deze kern leert uw kind:
  • Woorden met twee en drie lettergrepen
In kern 11 wordt verder geoefend met woorden waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, maar nu beginnen de woorden met een cluster. Het gaat om woorden als: vragen, spelen, schotel, sturen. Ook komen tweelettergrepige woorden voor die eindigen op ‘lijk’, ‘tig, of ‘ing’, zoals moeilijk, prachtig, koning. En er wordt een begin gemaakt met eenvoudige drielettergrepige woorden zoals appelmoes, vuilnisbak en blokkendoos.

Het thema van kern 11 is ‘mijn lievelingsboek’. Opzoekboeken, dagboeken, woordenboeken, leesboeken, atlassen, kortom alle boeksoorten kunnen een plek krijgen in deze kern.

dinsdag 13 mei 2014

Start kern 10

Kern 10: moeder-geluk-eerlijk

Uw kind leert hoe woorden als 'moe-der', 'ge-luk', 'eer-lijk', 'bui-ten', 'ver-haal', 'schat-tig', 'schui-ven', 'be-doel' en 'hel-ling' worden gelezen. Het ontdekt en leest lettergrepen, die ook wel 'stukjes van woorden' worden genoemd. De leesmoeilijkheden breiden zich uit. Woorden met ieuw, eeuw, uw worden geoefend, woorden als plant en straat komen aan de orde.

Open lettergrepen

Ook maken de kinderen kennis met de open lettergreep (maken, vogel). Het thema daarbij heeft betrekking op ‘verzamelen, museum, tentoonstelling’. Kinderen zullen misschien in de klas ook allerlei verzamelingen mogen maken of presenteren.

Klik hier voor de gratis oefenspelletjes bij kern 10

Blijf ook zeker de oude pagina's van veilig en vlot herhalen!!!

maandag 14 april 2014

Start kern 9

Kern 9: bedoel - verhaal - gezin

Klik hier voor de gratis spellen bij kern 9!

Het thema van deze kern is: ‘Hé, hoe kan dat?’ Kinderen gaan aan de slag met allerlei onderzoekjes en proefjes. In deze kern maakt uw kind ook al kennis met tweelettergrepige woorden: vijver, bakker, kasten, balkon, poedel’. Het zijn nog woorden zonder open lettergreep. Ook komen woorden aan de orde zoals: ‘bedoel’, ‘verhaal’, ‘gezin’.
 

Begrijpend lezen

In kern 9 maakt uw kind kennis met allerlei oefenvormen voor begrijpend lezen.
Enkele voorbeelen: Uw kind krijgt steeds een zin of een korte tekst. Daarna worden drie uitspraken gedaan. Slechts één van de drie uitspraken past bij de zin of tekst.
  • Voorbeeld: Els maakt een jurk. Die is voor de pop van Noor. Bij deze korte tekst staat een tekening. Uw kind kan kiezen uit de volgende uitspraken:
    (1) De pop is van Els.
    (2) Noor maakt een jurk.
    (3) De jurk is voor de pop.
  • Waarschijnlijk zal uw kind in het begin fouten maken bij deze oefenvorm, omdat het te snel denkt dat een bepaalde uitspraak wel goed zal zijn. Uw kind leert dat het de gekozen uitspraak goed moet controleren door de zin of tekst nog een keer te lezen.

Woordweb

Het maken van een woordweb komt in deze kern regelmatig aan de orde. Uitgaand van een kernwoord, bijvoorbeeld ‘wiel’ kunnen woorden worden gezocht die betrekking hebben op dat begrip. De woorden worden eromheen geschreven.

dinsdag 21 januari 2014

Start kern 6

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

In deze kern leert uw kind:

Letters: g - ui - au - f - ei
Woorden: geit, pauw, duif, ei

Alle letters compleet

In kern 6 leert uw kind de laatste nieuwe letters. Op het eind van deze kern zijn 34 letters aan de orde geweest. Het zijn lettertekens voor alle 34 klanken die in eenvoudige woorden met de combinatie medeklinker-klinker-medeklinker voorkomen. Ook woorden met klinker-medeklinker (uit) of medeklinker–klinker (kei) kunnen kunnen worden gelezen.
De nieuwe woorden en letters worden aangeboden aan de hand van het voorleesverhaal, behorend bij het thema ‘Wat komt er uit een ei?’.

Begrijpend lezen

Al vanaf het begin wordt het lezen van woorden en zinnen geoefend. Maar er wordt ook geoefend in het kritisch lezen van zinnen en het begrijpen van de betekenis van zinnen.

Begrijpend lezen oefenen

Een oefenvorm in dit begrijpend lezen is het kiezen van de juiste zin of zinnen bij een tekening. Uw kind krijgt bijvoorbeeld een tekening van een jongetje dat naar een bus loopt. Het kan kiezen uit de volgende zinnen: (a) rik loopt naar de bus. (b) rik zit in de bus. (c) de mus zit bij de paal. (d) ik zie een paal bij de bus. Bij zo'n oefening moet het kind de zin begrijpen om het juiste plaatje te kunnen selecteren.

Vlot lezen oefenen
Het maken van wisselwoorden neemt nog steeds een belangrijke plaats in. Op die manier worden ook de laatst geleerde letters toegepast in het vlot lezen van woorden. Nu alle letters aan bod zijn geweest, wordt het vlot lezen van woorden steeds belangrijker. Met een goede basis kan immers begonnen worden aan steeds moeilijkere woorden en lettercombinaties.

Klik hier voor gratis spellen bij kern 6.